A. Definitie
De koop is een contract waarbij de ene partij, de verkoper, aan de andere partij, de koper, (het eigendomsrecht van) een goed of een zakelijk recht overdraagt tegen een geldprijs (artikel 1582 oud Burgerlijk Wetboek).
De wilsovereenstemming houdt tussen partijen in de regel meteen ook de overdracht van de eigendom in, ook al is de levering nog niet gebeurd. Met de overdracht van de eigendom gaat ook het risico van het verkochte goed over. Zo zal de verkoper niet meer verplicht zijn tot levering wanneer het verkochte goed na het sluiten van de overeenkomst door overmacht verloren gaat en zal hij toch de prijs kunnen invorderen. Partijen kunnen echter over de eigendomsoverdracht en over de overdracht van het risico andersluidende afspraken maken.
Er is dus geen levering nodig om geldig een koopovereenkomst te sluiten, noch is de betaling van een voorschot noodzakelijk. Evenmin zijn er andere formele geldigheidsvereisten. De koop is een consensuele overeenkomst, al zijn er enkele wettelijke uitzonderingen. Bijvoorbeeld in geval van de aankoop van een appartement op plan (geschrift vereist op grond van de Woningbouwwet - zie verder, 4.C) of wanneer een koop wordt gesloten tussen een consument en een professionele verkoper buiten de lokalen van deze laatste. In dat geval is ter bescherming van de consument een geschreven overeenkomst nodig én zelfs een herroepingstermijn, zonder motivering, van minstens veertien kalenderdagen (en een uitdrukkelijke vermelding van deze termijn op het document) (artikel VI.67 e.v. Wetboek van Economisch Recht).
B. Verbintenissen van de partijen
De verkoper heeft een leveringsplicht en een dubbele vrijwaringsplicht.
De leveringsplicht houdt in dat hij de verkochte zaak in de macht van de koper moet overdragen. Voor roerende goederen kan dit door effectieve afgifte, voor gebouwen kan dit symbolisch door de afgifte van de sleutels. Immateriële goederen kunnen geleverd worden door de afgifte van een geschreven bewijsstuk. Mocht de verkoper niet overgaan tot afgifte, ook na ingebrekestelling daartoe, dan kan de koper de gedwongen levering of de ontbinding van de overeenkomst eisen wegens wanprestatie van de verkoper, met een bijkomende eis tot schadevergoeding.
Wanneer de verkoper weliswaar levert, maar het geleverde niet overeenstemt met datgene wat afgesproken was, kan de koper hem of haar aanspreken wegens niet-conforme levering. Wanneer de koper echter de levering aanvaardt, dan wordt hij geacht in te stemmen met de conformiteit van de levering en wordt hij tevens verondersteld de zichtbare gebreken aanvaard te hebben.
Nadat de zaak geleverd is, blijft de verkoper gedurende een korte termijn verplicht zijn koper te vrijwaren voor verborgen gebreken. Verborgen gebreken zijn tekorten, slechte functionering en dergelijke meer, die weliswaar op het ogenblik van de levering al (eventueel in de kiem) aanwezig waren, maar die zich maar later gemanifesteerd hebben. Wanneer deze gebreken zich binnen een korte termijn manifesteren en de koper binnen die termijn ook actie onderneemt, dan is de verkoper aansprakelijk voor dat gebrek. De rechtspraak en de rechtsleer bepalen de feitelijke omvang van deze korte termijn naargelang het soort goederen. Zo is het duidelijk dat voor bederfbare etenswaren de reactietermijn veel korter is dan voor onroerende goederen. Verder zal ook het moment van ontdekking van het gebrek veelal in rekening worden gebracht bij het beoordelen van de termijn. Als door het gebrek de gekochte zaak voor de koper totaal nutteloos wordt, dan kan hij de ontbinding van de koopovereenkomst vragen wegens wanprestatie (actio redhibitoria). Indien hij met kennis van het verborgen gebrek de gekochte zaak hoe dan ook gekocht zou hebben, maar voor een lagere prijs, dan kan hij een vermindering vorderen van de prijs (actio quanti minoris). Indien de verkoper het gebrek heeft gekend, wordt hij vermoed te kwader trouw te zijn en zal hij tevens gehouden kunnen worden alle door de koper geleden schade te vergoeden. De professionele verkoper wordt vermoed het gebrek gekend te hebben, zodat hij steeds voor alle schade zal kunnen worden aangesproken, tenzij hij het – moeilijke – tegenbewijs levert.
De vrijwaring voor uitwinning ten slotte is de garantieverplichting van de verkoper dat hij wel degelijk het (volle) eigendomsrecht over de verkochte zaak heeft overgedragen. Als derden de koper in het bezit van de zaak komen storen, omdat zij ook een bepaald recht op die zaak hebben (bijvoorbeeld een erfdienstbaarheid), dan is de verkoper ertoe gehouden deze rechtsstoornis onmiddellijk te doen ophouden. Zo niet, kan ook hier de koper de ontbinding van de koop vorderen, eventueel met bijkomende schadevergoeding.
De koper van zijn kant is verplicht de levering van de gekochte zaak te aanvaarden en de prijs ervoor te betalen. Ook alle bijkomstige kosten, zoals de kosten van verpakking, afhaling en transport, zijn – tenzij anders overeengekomen – ten laste van de koper. Schulden zijn immers haalbaar, wat wil zeggen dat de verkoper perfect aan zijn leveringsplicht voldoet door in zijn woonplaats de verkochte zaak ter beschikking te stellen van de koper.
C. Bijzondere koopovereenkomsten
Op sommige koopovereenkomsten zijn boven op de algemene regels van het oud Burgerlijk Wetboek nog bijzondere wettelijke regelingen van toepassing, zoals de regels inzake marktpraktijken en consumentenbescherming, opgenomen in boek VI van het Wetboek van Economisch Recht. Ook de verkoop op afbetaling is bijzonder geregeld, alsook de veiling en de openbare verkoop (de koop van een huis op plan komt verder kort aan bod).
De internationale koop valt in de regel onder het Weens Koopverdrag. Dit verdrag voorziet niet in een afwijkende regeling voor eigendomsoverdracht. Het vertoont wel belangrijke verschilpunten tegenover het algemeen kooprecht voor wat betreft de totstandkoming, de verplichtingen van partijen, de remedies bij wanprestatie en de overgang van het risico. Zo zal de vordering voor verborgen gebreken altijd moeten worden ingesteld binnen de twee jaar na levering, ongeacht het ogenblik van ontdekking van het gebrek. Zodra de koop een grensoverschrijdend karakter heeft en de betrokken lidstaten het verdrag aanvaard hebben – wat voor heel veel landen het geval is – zullen deze afwijkende regels bijgevolg van toepassing zijn. Verder worden de modaliteiten van risico en eigendomsoverdracht bij internationale handelsverkopen vaak geregeld aan de hand van INCO-terms. Dit zijn internationale regels voor de interpretatie van gebruikelijke handelstermen, die de verplichtingen van partijen vastleggen. De term “EXW” (ex works = af fabriek) betekent bijvoorbeeld dat de verkoper aan zijn leveringsplicht voldoet wanneer hij de goederen in zijn werkplaats, fabriek of opslagruimte ter beschikking stelt van de koper. De verkoper is dan niet aansprakelijk voor het laden van de goederen op het door de koper verschafte voertuig of voor uitklaring van de goederen. De koper draagt dus alle kosten en risico’s verbonden aan het vervoer van de goederen vanaf het bedrijfspand van de verkoper.
Onder invloed van een Europese richtlijn heeft de wet betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen een aantal dwingende beschermingsmechanismen toegevoegd aan de koopovereenkomst, telkens wanneer een professioneel aan een consument verkoopt (de zogenaamde consumentenkoop, terug te vinden in artikelen 1649bis-1649nonies oud Burgerlijk Wetboek). De wet voorziet voornamelijk in bijkomende garanties die aan de koper verstrekt moeten worden, regelt de garantietermijnen (bv. twee jaar voor conformiteitsgebreken) en beperkt de mogelijkheid van de professionele verkoper om zijn aansprakelijkheid conventioneel te beperken. Deze regels zijn duidelijk bedoeld ter bescherming van de en zijn dus van dwingend recht.